De waarde van mythen
Afdruk van een zegel met een scène uit een van de mythen van Mesopotamië (Louvre, Parijs)
Ergens in de zesde eeuw v.Chr. begonnen de mensen te twijfelen aan de goden. Misschien deden ze dat eerder ook, maar daarover hebben we geen geschreven bronnen. Een joodse auteur haalde uit naar “goden van zilver en goud, gemaakt door mensenhanden”, die weliswaar een mond en ogen hadden maar niet konden spreken of zien.noot Psalm 115.4-5. Een van zijn tijdgenoten, de Griek Xenofanes, constateerde dat de Ethiopische goden platte neuzen hadden en een zwarte huid, terwijl de Thraciërs zeiden dat hun goden blauwe ogen en rood haar hadden. Als dieren zouden kunnen tekenen, insinueerde Xenofanes, zagen hun goden eruit als runderen, paarden of leeuwen.noot Xenofanes, fragment 16. Een derde tijdgenoot, Pythagoras, beweerde dat de dichters Homeros en Hesiodos in de Onderwereld werden bestraft omdat ze feitenvrije verhaaltjes over het goddelijke hadden opgehangen.noot Vgl. Diogenes Laertios, Levens van de filosofen 8.21.
Rationalisering
Tja, die verhaaltjes. De mensen hielden van hun mythen, maar het was waar: die aloude vertellingen waren wel erg vreemd. De Griekse onderzoeker Herodotos van Halikarnassos toonde een manier om er desondanks mee verder te gaan: sommige mythen vielen te lezen als beschrijvingen van de natuur. Ik heb op deze blog al eens verteld dat hij een mythe over Poseidon als schepper van het Tempe-ravijn combineerde met het feit dat deze godheid “aardschokker” werd genoemd, en dat Herodotos redeneerde dat de mythe ging over een aardbeving.noot Herodotos, Historiën 7.129. Deze manier om mythen te lezen is in de achttiende eeuw in West-Europa weer opgepakt, en je hoort nog weleens beweren dat mythen dienden om de natuur te verklaren.
Allegorese was een andere manier om de oude verhalen te rationaliseren. De goden in de homerische epen volgden een gedragscode die latere generaties niet deelden, maar men wilde de poëzie niet terzijde schuiven als betekenisloos. Daarom nam men aan dat er een diepere betekenis moest zijn dan de letterlijke. De beroemde scène uit de Odyssee waarin de liefdesgodin Afrodite haar man Hefaistos bedriegt met de oorlogsgod Ares, viel dan te lezen als een verhaal over de twee tegengestelde principes die het universum zouden beheersen: aantrekking en conflict.noot Homeros, Odyssee 8.266-369. Een vroegchristelijke auteur las het joodse verbod op het eten van varkensvlees als een gebod je niet als varken te gedragen.noot Brief van Barnabas 10.3-11. Het is niet moeilijk te zien dat het sprookje van Amor en Psyche, “liefde en ziel”, is ontworpen om allegorische te lezen.
Een derde benadering was het euhemerisme waarover ik al eerder blogde. Het komt erop neer dat mythen worden uitgelegd alsof ze gaan over verdienstelijke koningen, die als weldoeners optraden voor de mensheid. Die verleende hun eerbewijzen en ging daarmee door na hun dood, en zo zou religie zijn ontstaan. In een wereld waarin men een Alexander de Grote of een Romeinse keizer goddelijke eerbewijzen toekende, was dit zo vreemd niet.
Moet je mythen wel rationaliseren?
Ik behandel deze materie in mijn eind januari te verschijnen boek over Filon van Byblos, Goden en halfgoden. En terwijl ik ermee bezig was, begon ik woorden te vinden voor een ergernis die ik al jaren voel bij de navertellingen van antieke mythen. Niet zelden zit daar een element van rationalisering in. Mijn punt is: waarom? Waarom moeten we de mythen, die nooit bedoeld zijn geweest om uitgelegd te worden, voorzien van een interpretatie?
Begrijp me niet verkeerd: elke vertaling is al uitleg. In mijn stukje over Herakles heb ik het ook gedaan. Eigenlijk is heel ons kennen interpretatie. Maar waarom zou je daar verder mee gaan en bijvoorbeeld aan het verhaal over de roof van Persefone toevoegen dat het feitelijk gaat over seizoenwisseling?
De gedachte die bij me opkwam – of beter: de woorden die ik vond voor een al eerder gevoelde ergernis – is of we zo niet het kind weggooien met het badwater. Nogal wat mythen – niet allemaal, zie Amor en Psyche – zijn helemaal niet bedoeld om te worden gerationaliseerd, noch natuurwetenschappelijk noch allegorisch noch euhemerisch noch anders. Deze verhalen zijn, om zo te zeggen, voor-rationeel. Ze documenteren een antiek proces van vrije associatie. Psychologen gebruiken dat om de denkwijzen van hun cliënten te doorgronden. En is de waarde van mythen niet dat wij, levend in een meer rationele tijd, via onuitgelegde verhalen contact maken met een vergeten, voor-rationele denkwijze?
Ik weet niet of het zo is. Maar tijdens het schrijven aan Goden en halfgoden speelde deze gedachte meer dan eens door mijn hoofd. Ik vond een manier om een oud gevoel van onbehagen te verwoorden. Wat mij betreft is het boek dus al geslaagd en ik hoop dat u dat straks ook zo zult vinden. Maar dan moet u het wel eerste lezen en dus bestellen.
Ik organiseer in het voorjaar van 2025 een reis naar de vernieuwde musea van Beieren. Door mee te gaan helpt u deze blog gratis te houden. Maar u kunt natuurlijk ook een van mijn boeken kopen (en lezen), een cursus doen, of doneren. U kunt de blog ook volgen via het Whatsapp-kanaal.
Deel dit: